Mannelijke cannabisplanten kunnen niet alleen voor flinke hoofdpijn zorgen, maar ook je oogst verpesten door de vrouwelijke cannabisplanten te bevruchten. Het is daarom belangrijk om te weten hoe je mannetjes zo vroeg mogelijk in de groeicyclus kunt herkennen en verwijderen.
De wietplant voorbloeien
Wie de natuur zijn gang wil laten gaan, moet vanaf de vierde groeiweek dagelijks zijn planten zorgvuldig onderzoeken op voorbloei. Hoewel voorbloei niet altijd optreedt, is het een normaal verschijnsel bij cannabisplanten dat vanaf de vierde week kan voorkomen, zelfs tijdens de vegetatieve of groeiperiode. Bij een vrouwelijke plant verschijnen de eerste stampers (kleine haartjes) meestal net boven de vierde node, terwijl bij een mannelijke plant stuifmeelknopjes (kleine balletjes) ontstaan. Het is handig om een loep bij de hand te hebben, aangezien de voorbloei niet altijd goed zichtbaar is. Soms zijn de stampers bij vrouwelijke cannabisplanten in de voorbloei nog niet te zien, wat het gemakkelijk maakt om je te vergissen bij het toepassen van de voorbloei methode. Klik op de onderstaande plaatjes voor een vergroting.
Een stekje of tak in de bloei zetten
Omdat de voorbloeimethode niet altijd nauwkeurig is en vaak moeilijk te zien, kun je beter een stekje van de plant nemen en dit in bloei zetten om zeker te zijn van het geslacht. Wanneer het stekje begint te bloeien, kun je het geslacht van de moederplant bepalen. Het stekje dient alleen om het geslacht te achterhalen en kan daarom prima onder een TL-lamp staan. Sommige kwekers laten het stekje niet eens wortelen, maar zetten het gewoon in een bierflesje met dagelijks vers water.
Je kunt ook een takje van je plant in bloei trekken door het dagelijks na een lichtperiode van 12 uur te verduisteren met een lichtdicht papieren zakje. Zorg ervoor dat het zakje niet te strak om de tak zit en dat een zwarte zak niet te heet wordt om schade aan de plant te voorkomen. Na ongeveer 10 dagen zou je bij zowel het stekje als het verduisterde takje het geslacht moeten kunnen zien.